De eerste opdracht uit: "Dichten doe je zo (poëtische technieken en hoe ze te gebruiken) is het maken van een sonnet. Onderstaand mijn eerste oefening aan de hand van het rijmschema (abba, cddc, efe, fef) opgebouwd uit een octaaf (1e en 2e kwatrijd) en een sextet (1e en 2e terzine).
a Drie generaties samen
b Ter ere van de jongste vrouw
b Wat hadden zij berouw
a Dat zij niet vaker samen kwamen
c Hebben wat je wilt
d Of willen wat je hebt
d Hier wordt nooit over gerept
c Ondertussen wordt er tijd verspild
e Een leven lang mag je het delen
f De liefde voor elkaar
e Toch zijn er die het verspelen
f Wacht niet langer, krijgt geen spijt
e Ga het delen
f Wees bewust van de vergankelijkheid!
-o-
Een sonnet is een gedicht van veertien regels, dat in principe hoor te rijmen, en dat na acht, elke of twaalf regens een keerpunt kent, ook wel wending, volta of chute geheten.
Vinden jullie dat voldoende uitkomen in deze sonnet?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten