Net nadat ik getuige was geweest van de roofoverval op het huis tegnover de school werk ik opnieuw getuige van een bijzondere gebeurtenis.
Het was in de nacht van 19 maart 1969. Midden in de nacht werd er zachtjes op mijn deur geklopt. Mijn vader was het die mij uit mijn dromen liet ontwaken. Wat was het toch met deze man? Altijd had hij wel iets te vertellen. Was het niet overdag dan was het wel s'nachts.
Ik mocht mee naar de slaapkamer van hem en mama. Midden in dat groot bed lag een wondertje. Dat wondertje zou Sophia gaan heten en liet me voelen dat ze mijn zusje wilde zijn. Zo lief, zo schattig. Die kleine blonde haartjes, die blauwe oogjes, dat lieve gezichtje. Ik mocht heel de nacht erbij blijven en met mijn lieve kleine zusje knuffelen en kusjes geven.
Ik omarmde onbevangen het "leven". Meer over dit thema op bol.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten